Menu

Home

EERST ERVAREN DAN BEGRIJPEN

Gun jezelf een bijzondere ervaring. Laat je niet tegenhouden door de gedachte dat een gedicht vast en zeker veel te moeilijk is. Een goed gedicht kun je nooit in één keer helemaal begrijpen. Poëzie is geschreven in een eigen taal. Die taal kan op allerlei manieren uitgelegd worden. Een gedicht kan bij iedere lezer iets anders oproepen. Het begint met durven lezen.

HET GEDICHT IS EEN STAPPENPLAN

Het gedicht verplaatst zich niet in jou. Jij wordt uitgedaagd. Het gedicht wil gelezen worden. Jij mag je in het gedicht verplaatsen. Dat vraagt iets van je geduld. Het vraagt iets van je inlevingsvermogen. Een gedicht is een ding van taal. Als je het leest, wordt je inlevingsvermogen telkens een beetje verder opgerekt. Aandachtig lezen is hetzelfde als ‘erin stappen’. Als beloning voor je waagstuk wordt je binnengelaten in een wereld die je nog niet kende. Nieuwe ideëen en gevoelens krijg je er gratis bij.

HERLEES!

Om houvast te vinden kan je een gedicht niet vaak genoeg opnieuw lezen.

DURF HARDOP TE LEZEN!

Door het gedicht voor te lezen ga je de verborgen dynamiek voelen die het gedicht vooruit stuwt. Je hoort welke delen beklemtoond worden. Je merkt sneller hoe het in elkaar steekt. Als je leest met je ‘oren’ hoor je ook vanzelf welke woorden een bijzondere betekenis hebben voor het gedicht als geheel. Er zijn woorden die het lezen vertragen of versnellen. Er ontstaan rustmomenten. Het voorlezen helpt je om af te stemmen op het ritme van de regels. Je hebt geen publiek nodig om een gedicht hardop voor te lezen.

NUMMER DE REGELS

Dit is een praktische truuk om het gesprek dat je voert over een gedicht scherp te houden. Je kunt effectief sneller verwijzen naar opvallende frasen. Je stapt in en uit het gedicht. Bij twijfel ben je snel terug bij je regelnummertje. Het ziet er suf uit, al die nummertjes, maar het werkt. Iedereen praat over dezelfde regels.

IK IS EEN ANDER

De ‘ik’ uit een gedicht valt niet persé samen met de dichter. Je hoeft de hele biografie van een dichter dus niet uit te pluizen om grip op het gedicht te krijgen. Je mag de identiteit van ‘ik’ zelf invullen. Stel je bij voorbeeld voor dat jij ‘ik’ bent. Verplaats je eens in die vreemde ‘ik’! Leer je een vreemdeling kennen? Herken je iets van jezelf? De ‘ik’ kan ook de vrije stem van het gedicht zelf zijn.

GA UIT VAN DE REGEL DIE ONMIDDELLIJK JE AANDACHT TREKT

Zoom in. De regel die je opvalt is de regel die je houvast zal geven. Misschien vind je hem mooi, uitdagend, interessant, provocerend, sexy, herkenbaar, onherkenbaar, sterk, gek, etc., etc. Het kan ook om één woord gaan. Je ‘slaat aan’ op die regel of dat woord? Lees het woord of de regel opnieuw. Elke regel van een gedicht heeft betekenis voor het hele gedicht. Zoom uit en lees de andere regels. Zie je een verband tussen de regel die je aandacht trok, of dat éne woord, en de andere regels van het gedicht?

GOOGLE IS JE VRIEND

Beschouw Google en Youtube als je hulpmiddelen bij het lezen van een gedicht. Voorzie een gedicht van context. Gebruik de titel als zoekterm. Gebruik de naam van de dichter als zoekterm. Over veel gedichten is al een keer iets geschreven. Er bestaan prachtige digitale gedichtenfilmpjes met grafische en muzikale experimenten. Maak er gebruik van. Opgelet bij interviews met dichters! Dichters spreken zichzelf graag tegen.

SPEUR ALS EEN DETECTIVE

Bestook een gedicht eerst met concrete vragen. De vijf zogenaamde ‘W-woorden’ helpen je daarbij. Hier zijn ze: Wie, Wat, Welke, Waar, Wanneer. Met behulp van deze vijf krijg je feitelijke antwoorden. Of niet natuurlijk. Alles wat letterlijk in het gedicht staat geeft antwoord op de W-vragen. Misschien krijg je niet op elke vraag antwoord. Elk gedicht is anders en bevat anderssoortige informatie. Stel de waarom-vraag zo lang mogelijk uit! Een gedicht kan zichzelf niet verklaren.

FOUTE VRAGEN BESTAAN NIET

Een gedicht is geen beleidsstuk. Maar een onbekend gedicht kan ook een taaie hap zijn. Dan roept het weerstand op. Hoe zet je je tanden erin zonder dat ze erop stuk breken? Poëzie gaat over vermoedens. Daarom bestaan foute vragen over een gedicht niet. Tastenderwijze verken je de regels. Wat roept het gedicht in je op? Je kunt geen definitieve uitspraak doen over de betekenis van een gedicht. Verwacht daarom ook geen definitieve antwoorden.

VERBIND DE TITEL MET DE LAATSTE REGEL VAN HET GEDICHT

Door de titel en de laatste regels samen te houden krijg je een gecomprimeerd overzicht over een gedicht. Lees na de titel alleen de laatste regel. Zie je een verband? De titel en de laatste regel zijn twee ankers van hetzelfde schip.

LET OP DE LAATSTE REGEL

De laatste regel beweert (vaak) iets dat het gedicht op het nippertje een nieuwe betekenis geeft. De laatste regel zet je meestal echt aan het werk. Wat staat daar? Wat is het effect van die uitspraak op de regels die erboven staan? De laatste regel helpt het gedicht de wereld in. Jij bent die wereld.

DE FUNCTIE VAN INTERPUNCTIE

Hoofdletters en punten sluiten een regel af. Maar wat gebeurt er wanneer er geen hoofdletters in het gedicht staan? Wat is het effect van de puntkomma? Interpunctie helpt bij het voorlezen van een gedicht. De dichter brengt muzikale accenten aan. De dichter kan het gedicht laten dansen of stuiteren. Een komma kan een overgang markeren naar een nieuwe gedachte. Een witregel is een pauzemoment en markeert een nieuwe strofe. In een gedicht zonder interpunctie of witregels gaat de lezer zelf op zoek naar de pauzemomenten.

DE TITEL IS EEN TEASER

Leg je hand over het gedicht. Nu zie je alleen de titel. Wat gaat er volgens jou gebeuren in het gedicht? Denk, zoek, raad. Haal je hand weg en lees het gedicht. Surprised?

LEES EENS ANDERS!

Wat gebeurt er als je een gedicht van onder naar boven leest? Mag dat? Ja, dat mag. Gaat het iets anders betekenen? En wat gebeurt er als je het gedicht in een supermarkt, metrogang, toilethokje, bejaardenflat, treincoupé of zwembad, achter een loket, bij het afleveren van een postpakket of tijdens een bestuursvergadering voorleest? Wat gebeurt er met de betekenis van het gedicht? Een sterk gedicht kan tegen een stootje. Probeer het.

HET GEDICHT IS DE PERSONAL TRAINER VAN JE VERBEELDINGSKRACHT

Je reist in gedachten met een gedicht mee van het ene beeld naar het andere. Zo train je je verbeeldingkracht. Wees niet bang voor de bijzondere taal van de dichter. Het is nu eenmaal geen huis-, tuin-, en keukentaal. Je maakt kennis met nieuwe ideeën. Met de woorden van de dichter bouw je in je eigen hoofd een kijk-, en luisterplaat van het gedicht.

LEES EEN GEDICHT MET JE ZINTUIGEN

Je hebt bij je geboorte alles meegekregen om van poëzie te kunnen genieten. Gebruik je oren, ogen, stem, hersens, hart en je bewegingszin. Een gedicht is een taalding dat je binnenin jezelf kunt laten dansen en zingen. Door zelf in beweging te komen kan je een gedicht in beweging zetten. Door het te lezen kan het gedicht jou in beweging zetten. Nieuwe ideëen en gevoelens krijg je er gratis bij.

DE WITREGEL IS EEN PAUZEMOMENT

Witregels zijn blanco regels tussen de strofen (coupletten) van een gedicht. Je herkent er een liedje of een gedicht vaak aan. Niet elk gedicht heeft witregels! Staan ze er wel? De witregel is de verkeersdrempel op de route die het gedicht aangeeft. Vaart minderen! Zie de witregel als een rustmoment, een keerpunt of de aankondiging van een nieuwe situatie.

LUISTER NAAR JE EIGEN GEDACHTEN, WAT ROEPEN DE BEELDEN IN JE OP?

Een gedicht roept vaak sterke beelden en gedachten op. Je kijkt dwars door de woorden van een gedicht naar een nieuwe plek of naar een nieuwe gedachte. Misschien hoor je alleen maar iets. Het gedicht kan je gedachten verrijken. Soms herinnert een gedicht je aan een plek waar je ooit was. Soms verwijst het gedicht naar een toekomstige tijd. Soms verwijst het gedicht naar plekken waar je alleen maar van kan dromen. Je bent er al. Het gedicht heeft je getransporteerd.